Een vrouw met een schuld van een paar ton kreeg het advies haar hond te laten inslapen. Tessa de Groot kon het niet geloven. Als onderzoeker speurt zij met haar team op eigen wijze naar de menselijke verhalen achter de harde cijfers. Vaak blijken de zaken dan heel anders in elkaar te steken. ,,Hoe kun je anders goed beleid maken?”
Verslaggever Barbara de Jong Algemeen Dagblad – b.dejong@ad.nl – 23-03-25
Fotograaf: Jan de Groot
Haar man beheerde de financiën en ze dacht dat ‘alles goed geregeld was’. Maar na zijn overlijden – kort daarna gevolgd door het verlies van haar moeder – kwam ze erachter dat er flinke financiële achterstanden waren waar ze niks van wist. De vrouw bleef achter met een torenhoge schuld.
Haar verhaal staat Tessa de Groot nog helder voor de geest. Ze sprak de vrouw ruim tweeënhalf uur voor een onderzoek naar hoe mensen met schulden eerder hulp kunnen zoeken. Het bleek dat deze vrouw al meerdere keren hulp had gezocht, maar dat het telkens alleen ‘functioneel’ over haar schulden ging – zonder echte aandacht voor haar situatie. En dat werkte niet.
Het was zo schrijnend”, zegt De Groot. ,,Haar hond was haar alles, misschien wel het enige dat haar nog overeind hield. Hoe kun je dan zeggen dat ze hem maar moet laten inslapen? Door mensen te veroordelen help je ze niet verder. Er moet ruimte zijn voor het verhaal dat erachter zit. Na het gesprek kocht ik een hondenmand voor haar.
‘Eigen schuld’
De kranten staan er vol mee: mensen die hun vaste lasten niet meer kunnen betalen en in de problemen komen. Uit recent onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut blijkt dat ruim 17.000 Rotterdamse huishoudens kampen met problematische schulden. Op sociale media en in de samenleving wordt er vaak hard geoordeeld: ‘eigen schuld’. Maar De Groot en haar team van het Onderzoekshuis laten een andere kant van het verhaal zien.
Hun kantoor zit in de Rotterdamse Alexanderpolder. Samen met haar collega’s werkt De Groot zo min mogelijk vanachter een bureau. Bijna dagelijks trekken ze de wijken in van Rotterdam en daarbuiten om te achterhalen wat er écht speelt. De inzichten die ze daar opdoen, vertalen ze naar concrete maatregelen, zodat overheidsinstanties bewoners beter kunnen bereiken en daadwerkelijk in beweging kunnen krijgen op gebieden als veiligheid, leefstijl, jeugd en gezin.
Gebroken gezinnen
Daarbij is niets ze te gek om iemands vertrouwen te winnen. Ze sporten mee met chronisch zieken, sluiten aan bij gebeden in moskeeën, praten met ouders tijdens zwemlessen, breien sjaals met ouderen, bezoeken daders van gewapende overvallen in de gevangenis en fietsen mee met de politie om Oost-Europese arbeidsmigranten op te sporen. In hun zoektocht naar de verhalen achter de statistieken – in opdracht van overheidsinstanties en beleidsmakers – komen ze op plekken waar anderen niet komen. Mensen hoeven geen naam of contactgegevens achter te laten, wat volgens De Groot een groot voordeel is. ,,Het gaat puur om wat iemand heeft meegemaakt. Daardoor durven mensen veel meer te vertellen.”
Haar familie zag haar als een schande. Dat zijn dingen die iemand niet in een enquête vertelt – Tessa de Groot
eel onderzoeken raken haar en haar team, vooral als het gaat om veiligheid en jongeren. Zo spraken ze met meiden die slachtoffer waren van seksueel geweld. Een jong meisje zat in een gesloten instelling voor haar eigen veiligheid. Ze was jarenlang onder druk gezet door haar ‘vriend’ om met meerdere mannen seks te hebben. ,,Haar familie zag haar als een schande. Dat zijn dingen die iemand niet in een enquête vertelt. Als je dan zo’n meisje tegenover je ziet, doet dat heel veel pijn. Ik heb zelf een dochter van 4.”
Ook sprak ze met jongens die overvallen en andere delicten pleegden. ,,Vaak waren zij in het verleden zelf slachtoffer – van een gebroken gezin, armoede of criminele invloeden. Sommige jongens zijn pas 14 en zien dit al als hun enige uitweg. Tijdens gesprekken breken ze soms, omdat er nooit iemand voor hen was. Die pijn wordt nauwelijks gezien, maar is er wel. Als je mensen alleen veroordeelt om wat ze hebben gedaan, kom je niet verder.”
Fout of asociaal
Een ander voorbeeld is het verbod op het weggooien van etensresten in de buitenruimte. ,,In Rotterdam zie je soms complete bakken rijst en brood in de bosjes of rond bomen liggen’’, zegt De Groot. ,,Veel Rotterdammers met een Islamitische geloofsovertuiging vinden dat je geen eten mag verspillen. Sommigen hebben zelfs speciale kastjes waarin ze oud brood verzamelen om het vervolgens terug te geven aan de dieren en de natuur. Vanuit het geloof is dat een prachtige intentie. Het helpt niet om dit gedrag direct als fout of asociaal te bestempelen en simpelweg een verbodsbord neer te zetten. Je zou bijvoorbeeld samen met een moskee of imam kunnen zoeken naar een alternatieve oplossing. Maar daarvoor moet je eerst begrijpen waar het gedrag vandaan komt.”
Het werk van De Groot en haar team stopt niet bij onderzoek. Ze zorgen ervoor dat de informatie daadwerkelijk ‘landt’ bij gemeenten, de overheid en ministeries, zodat beleid kan veranderen. ,,Soms is dat mogelijk en soms, vanwege eerder genomen politieke beslissingen, niet.”
We voelen ons onzeker in onze eigen identiteit, waardoor het andere er blijkbaar niet naast mag bestaan – Tessa de Groot
Eigenlijk is de aanpak van het Onderzoekshuis heel logisch: mensen in alle lagen van de samenleving opzoeken en naar hun verhaal luisteren. Toch verbaast het De Groot dat beleidsmakers bij de overheid vaak werken aan maatregelen voor specifieke doelgroepen zonder ooit echt contact met hen te hebben.
Wij doen graag onderzoek om te laten zien wat er speelt. Maar ik denk dat ook ambtenaren contact met burgers moeten maken, zodat ze zich realiseren voor wie ze het allemaal doen. Je moet het echt kunnen voelen en begrijpen. Hoe kun je anders goed beleid maken? Overigens zijn er genoeg ambtenaren die juist wel dicht bij de burger staan, denk bijvoorbeeld aan de Rotterdamse stadsmariniers en wijkmanagers.
Waar De Groot in de toekomst onderzoek naar zou willen doen, is de toenemende verharding van de samenleving. ,,Ik maak me daar zorgen over. Hoe komt het dat mensen zo hard oordelen over anderen, over andere culturen, generaties? Ik denk dat het raakt aan iets in onszelf – iets waar we onzeker of bang voor zijn. We voelen ons onzeker in onze eigen identiteit, waardoor het andere er blijkbaar niet naast mag bestaan. Dat is een blinde vlek die ik graag zou willen begrijpen. Uiteindelijk komen we veel verder met meer begrip voor elkaar. Zo kunnen we de stad weer een beetje mooier maken.”
Wil je een gratis 30-minuten doelgroepcheck?
Stuur via onderstaande button een mail naar Ida voor het maken van een afspraak.
Onderzoekshuis is een kwalitatief onderzoeksbureau voor maatschappelijke vraagstukken.
Kwalitatief doelgroeponderzoek – Opleiding – Strategie – Advies